Terug naar Kennisbank

'Een kikker heeft het in zich om te kwaken en te springen.'

Gepubliceerd op 2021-07-30

Van hoogleraar naar predikant, om vervolgens opnieuw hoogleraar te worden. Sommige mensen hebben een bijzondere loopbaan. Zo ook dominee W.A. Zondag. Wat zijn zijn lessen?

Wat wilde u vroeger worden?
‘Wat een goede vraag. Boer en dan echt in de veeteelt, vooral met koeien en paarden. Ik was een dierenliefhebber, ik hield meer van dieren dan van mensen.’ Toch werd hij geen boer. ‘Ik had geen geld en geen boerderij. Toen dacht ik dat ik dierenarts wilde worden.’ Helaas waren technische vakken als natuurkunde niet mijn beste vakken. ‘Maar ik was wel goed in analyseren en daarom ging ik rechten doen.’

En die studie paste u ook goed.
‘Ja, ik vond het leuk om door middel van taal een probleem op te lossen.’ Dominee Zondag ziet dit ook terug in zijn kinderen. ‘Je kijkt wat de regel is, dat analyseer je en dat pas je toe op een probleem. Het logisch redeneren en het afwegen van belangen vond ik ontzettend leuk.’ Dat kan bijvoorbeeld door een casus, waar een werknemer moet worden doorbetaald, tenzij dat niet redelijk is. Dat gebeurt in deze tijden van corona. ‘Waar ligt dan de grens, wat is niet redelijk? Het is leuk om daar mee bezig te zijn.’y

Problemen oplossen met taal. Doet u dat ook in uw werk als predikant?
‘Ja, dat is natuurlijk ook wel wat exegese is. Exegese is ook een beetje puzzelen. Neem bijvoorbeeld het woord liefde, wat is liefhebben voor woord? Het komt heel veel voor in de Bijbel, in verschillende vormen. Eros (lichamelijke liefde), philia (vriendschap), agape (hogere liefde). Dan ben je aan het puzzelen en dat vind ik leuk.’

Hoe wordt een hoogleraar arbeidsrecht predikant?
‘Dat is een heel verhaal.’ Zondag was hoogleraar op de Rijksuniversiteit van Groningen. Hoogleraren geven leiding aan een vakgroep of afdeling van de faculteit Rechtsgeleerdheid. ‘Je kunt het vergelijken met de broodafdeling in een supermarkt. Ik weet nog goed dat ik in mijn oratie zei dat ik het tot mijn pensioen wilde doen.’ Dat is niet gelukt, maar Zondag kijkt wel terug op een hele mooie periode. ‘Als hoogleraar ben je bevoegd om mensen te begeleiden die een hoge graad van doctor willen bereiken, mensen vragen je om advies, journalisten bellen voor een oordeel over een wet, je wordt uitgenodigd in expertmeetings en soms moet je zelfs de regering adviseren. En natuurlijk ook artikelen en boeken schrijven.’ Dominee Zondag vond vooral het vakgebied erg leuk. ‘Het is praktisch en dicht bij de mens.’ Maar toch lag er een ander verlangen in zijn hart. ‘Er is een tijd geweest dat ik zo intens verlangde om de wil van God te doen, dat ik veel bad en vroeg aan de Heere wat ik moest doen. Ik hoorde daarna letterlijk in de prediking terug dat ik predikant moest worden. Het Woord klonk: Ik heb u gesteld… Ik voelde dat ik daar niet aan voorbij mocht gaan. God bevestigde dit.’

Wat mist u aan uw werk als hoogleraar arbeidsrecht?
‘Toen ik op de theologische school zat, miste ik de mensen om mij heen. Je bent eigenlijk best alleen, zeker in de eerste twee jaar. Na twee jaar ontmoette ik veel mensen, dat derde jaar vond ik een heel mooi jaar. In een gemeente krijg je heel veel terug voor wat je moet afstaan. Het werk als predikant geeft voldoening. Je mag studeren, preken voorbereiden, mooi werk doen onder jongeren, je mag in vreugde en verdriet bij de mensen zijn, je hebt nog bestuurlijke taken. Het is zinvol werk!’ Toch miste Zondag nog iets. ‘Ik miste een plek om wetenschappelijk mee te mogen doen. Dat je bijvoorbeeld iets schrijft en het echt meetelt. Dat plekje heb ik nu weer terug, ik doe weer mee met mijn drive om te onderzoeken en te schrijven. Ik mag nu weer in een omgeving functioneren waarin ik word gestimuleerd om wetenschappelijk onderzoek te doen.’

Waarom wilde u hoogleraar Kerk, Recht en Samenleving worden aan de Theologische Universiteit van Apeldoorn (TUA)?
‘Ik deed al best wel vaak mee aan de TUA als het ging om lezingen, cursussen en lesgeven. Ik heb bijvoorbeeld pas ook meegewerkt aan een boek over gereformeerd kerkrecht en daarmee de diepgang gezocht. Naast het praktische werk het denkwerk vormgeven vind ik wel mooi.’

De RMU stelt een bijzondere leerstoel in. Wat betekent dat?
‘Normaal betekent een bijzondere leerstoel dat je plaats gefinancierd wordt door een externe instelling. Een voorbeeld daarvan is dat een bedrijf een professor aanstelt voor onderzoek en dat het bedrijf het werk dat de professor doet, betaalt. Ik was niet zo zeer op zoek naar salaris, maar ik zocht wel een organisatie die formeel verantwoordelijkheid wilde nemen voor het onderzoek. Al snel bleek de RMU een geschikte partner te zijn, gezien het onderwerp van de leerstoel.’

Dan volgt er een inauguratie. Wat is dat?
‘Zoals een dominee een toespraak en preek houdt bij een intrede, zo doet een professor dat met een lezing.’

Wanneer is dat en hoe gaat dat eruit zien?
‘Wij waren van plan dat in april of mei te doen, maar door corona moet dat helemaal online. Maar het is niet noodzakelijk om het nu al te doen, bij andere universiteiten is een inauguratie pas na een jaar. Nu hebben we voorgenomen om dat op D.V. 23 september te doen.’

Hoe combineert u het werk dat u doet met uw gezin?
‘Kijk, het gezin is bekend met het feit dat ik geen doorsnee baan heb. Dat weten en begrijpen ze. Ik ben er wel voor ze hoor, maar in urgente gevallen gaat de kerk voor. Ik ben eigenlijk bijna altijd tijdens het avondeten present. Dat is het voordeel, mensen zitten niet te wachten op mijn bezoek tussen 5 en 6. En mijn werkplek is thuis, dus eigenlijk ben ik er best wel veel.’,

Heeft u een tip om de werk/privé balans op orde te houden?
‘Dat is een lastige, wat voor de één werkt is voor de ander geen optie. Er zijn mensen die zeggen: het is voor mij het beste als ik in mijn vakantie helemaal niets doe, dat ik niet naar mijn werk kijk. Dat kan super goed werken als je met je handen werkt! Maar als je bijvoorbeeld manager bent kan het ook onrust geven om niets mee te krijgen. Dan krijg je het gevoel dat je iets mist en dat kan zenuwachtig maken. Het kan zijn dat iemand meer rust ervaart door elke dag even een uur de mail bij te werken. Ik deed dat zelf ook in mijn tijd als hoogleraar. Het bijna dagelijks bijhouden van de mail gaf mij meer rust dan dat er na mijn vakantie een stuwmeer aan vragen en verzoeken was neergelegd. Mijn tip is dus dat je moet zoeken naar een werkbare situatie voor jou en voor je gezin. Maar kijk wel uit dat je altijd aan het rennen bent. Als jong echtpaar kan dat een gevaar zijn, pas daarvoor op! Anders heb je te weinig tijd voor elkaar. Zeker als je jong bent kan het een heus gevaar zijn dat je meer tijd hebt voor je werk dan voor elkaar.’

Het begrip rouwverlof valt steeds vaker in politiek Den Haag. Wat vindt u daarvan?
‘Ik heb daar wel eens over geschreven in RMU.NU. Toen schreef ik over Jozef. Toen zijn vader Jakob overleed, hebben ze 40 dagen gerouwd. Dat is een soort rouwverlof. Ik denk dat het goed is, als het maar flexibel blijft. Misschien heb je er geen speciaal verlof voor nodig als er op de werkvloer ruimte is voor het verdriet. Maatwerk daarin is het mooist. De een ervaart het als fijn dat collega’s hem of haar betrekken in het werk, terwijl anderen het niet kunnen opbrengen om het werk weer op te pakken.’

Hoe heeft u dat zelf ervaren bij het verlies van uw dochter?
‘Ja, ik heb toen een deel van mijn taken wel gedaan. Ik zag het bijvoorbeeld even niet zitten om op kraambezoek te gaan. Bepaalde ziekenbezoekjes vond ik ook lastig. Ik vond het sowieso heel lastig om op bezoek te gaan. Mijn eerste rouwbezoek herinner ik me nog goed. De grond begon te golven tijdens het gesprek over de begrafenis en ik had echt een beetje een paniekaanval. Dat heb ik nog wel een tijdje gehad! Ik ben wel doorgegaan met preken, omdat ik anders bang was dat de drempel om weer te gaan preken hoger zou worden. Dat is dan een afweging die je maakt. Ik merkte wel dat ik tijd nodig had, dat ik soms ’s ochtends niks deed en alleen maar in een stoel zat. Rouwen is een werkwoord…’

Een werkgever hoort dus te kijken waar de werknemer behoefte aan heeft?
‘Dat is heel belangrijk. Manuel Keirse – hoogleraar gespecialiseerd in de rouwproblematiek – zeft dat het heel belangrijk is dat mensen elkaar opvangen. En dat kan fout gaan, als tegen een rouwende collega wordt gezegd: kom maar snel weer aan het werk, dan kunt u het snel vergeten! Terwijl iemand uiteindelijk dan helemaal instort. Keirse geeft ook een voorbeeld van goed werkgeverschap: kijk maar hoe het gaat, desnoods bel je dezelfde ochtend nog af. Het scheelt ook of iemand plotseling is overleden of een ziekbed heeft gehad. Beide gevallen vergen een andere manier van begeleiden.’ Deze zienswijze betekent flexibel maatwerk en dan is een wet niet noodzakelijk. ‘Ik ben zelf geen voorstander om alles in regeltjes vast te leggen. Aan de ene kant is het voor slechte werkgevers soms nodig, maar een goede werkgever zal dat uit zichzelf doen.’ En werk kan ook gezond werken. ‘Ja, juist in het rouwproces. Het is goed om juist dingen te doen. Het alleen zijn kan ook heel slecht zijn voor de psyche. Dan kan het zo zijn dat je vervreemdt van de mensen met wie je goed kon opschieten. Ik vind de aandacht voor het rouwverlof positief. Mensen gaan er van uit dat rouw snel weer over is.’

Veel jongeren vinden het moeilijk om keuzes te maken voor hun toekomstig werk. Wat wilt u tegen hen zeggen?
‘Ik zeg altijd: God heeft iets in jou en mij gelegd. Een kikker heeft iets in zich om te kwaken en te springen, een vis om te zwemmen en een vogel om te vliegen. Een kanarie om mooi te zingen. Zou het bij een mens niet zo zijn dat er talenten in zitten die ontwikkelt moeten worden?’
Is het niet een probleem dat mensen niet weten wat voor talenten ze hebben?
‘Dat is waar. Dan is het toch een kwestie van snuffelen en meelopen. En anders moet je bedenken: overal is wel wat. Kijk ook goed naar de weg die voor je geopend wordt! Een bepaalde nuchterheid is ook goed, werk hoeft niet altijd leuk te zijn. Vergelijk dat eens met vroeger en met andere landen, die mensen hebben geen keus! Er staat in de Bijbel dat we met zweet ons brood zullen verdienen. Werk kan pijn doen, zwaar of moeilijk zijn. Als het goed is zullen we straks – op de nieuwe aarde – werken zonder moeite. De schrijver B. Nijwnhuis schrijft in zijn boek Tornado over spitten en niet moe worden.’

W.A. Zondag (1973) studeerde in Utrecht Rechtsgeleerdheid en Economie, promoveerde cum laude en werd hoogleraar aan de Rijksuniversiteit van Groningen. In 2011 begon hij de opleiding tot predikant. Dominee Zondag is dominee van de Gereformeerde Gemeente in Dordrecht. Sinds 2021 is hij ook hoogleraar aan de Theologische Universiteit van Apeldoorn.

 

Volg ons op Instagram voor inspiratie tijdens je koffiepauze.

Volg ons: rmu.nu