Terug naar Kennisbank

Help, mijn huurder blijft zitten!

Een onaangename verrassing waar je geen rekening mee hebt gehouden: de huurder van je bedrijfspand blijft ondanks een aflopend huurcontract zitten waar hij zit en weigert het pand te verlaten. De huurder beroept zich hierbij op de wettelijke bescherming voor huurders. Heeft de huurder gelijk?

Ontruimen of niet?
De casus: per juni 2020 heeft de verhuurder de huur opgezegd volgens de voorwaarden in de huurovereenkomst. Rekening houdend met de contractuele opzegtermijn van een jaar, zou de huurovereenkomst dus eindigen per 1 juli 2021. Een paar maanden voor het einde van de huurovereenkomst laat de verhuurder de huurder per brief weten dat hij het pand vóór 1 juli moet ontruimen. In reactie daarop laat de huurder weten hij na 30 juni gewoon blijft zitten en beroept zich daarbij op de wet. Pech voor de verhuurder, want de huurder heeft het recht aan zijn zijde. In de wet staat namelijk dat na het einde van de huurovereenkomst het gehuurde niet ontruimd hoeft te worden als de huurder dat niet wil: de zogenaamde ontruimingsbescherming. Deze bescherming geldt in eerste instantie voor de eerste twee maanden na het moment waarop de ontruiming is aangezegd. In dit geval zou de huurder (in eerste instantie dus) de maanden juli en augustus kunnen blijven zitten.

Verlenging ontruimingsbescherming
Als de huurder de ontruimingsbescherming wil verlengen, dan zal hij binnen die twee maanden een verzoek bij de rechter moeten neerleggen. De rechter zal dan kijken naar de belangen van verhuurder en huurder. Verlening van de ontruimingsbescherming ligt voor de hand als de belangen van de huurder door de ontruiming meer worden geschaad dan de belangen van de verhuurder. Een voorbeeld hiervan is een huurder die als gevolg van het eindigen van de ontruimingsbescherming zijn bedrijf zou moeten opgeven, doordat het onmogelijk is andere huurruimte te vinden, terwijl de verhuurder het gehuurde niet zelf dringend nodig heeft.

De rechter kan verlening uitspreken voor een maximale periode van 1 jaar. Hierna kan de huurder nog twee keer eenzelfde verzoek neerleggen, telkens met een maximale periode van 1 jaar. Ofwel, de huurder kan in het uiterste geval drie jaar langer blijven zitten! Voor de periode dat de huurder langer blijft zitten is hij wel een zogenaamde gebruiksvergoeding verschuldigd. Meestal is deze even hoog als de eerder betaalde huurprijs.

Ontruimingsbescherming niet voor alle huurovereenkomsten!
De hierboven beschreven ontruimingsbescherming geldt alleen voor de zogenaamde ‘overige bedrijfsruimte’. Hieronder valt bijvoorbeeld een kantoorruimte, opslagruimte, fabriekshal of werkplaats. De regeling geldt bijvoorbeeld weer niet voor winkels, restaurants, cafés, een afhaal-of besteldienst of een ambachtsbedrijf.

Volg ons op Instagram voor inspiratie tijdens je koffiepauze.

Volg ons: rmu.nu